Aanbesteding ǀ tijdig klagen
Aanbesteding, tijdig klagen. Wanneer een deelnemer niet klaagt over een door hem gesteld gebrek in de aanbestedingsprocedure op het tijdstip dat hij dit gebrek kende of behoorde te kennen, maar vervolgens wel inschrijft, kan de conclusie zijn dat hij zijn recht heeft verwerkt om alsnog te klagen over het gestelde gebrek.
Uit het Grossmann-arrest (HvJ EG 12 februari 2004, ECLI:EU:C:2004:93) moet worden afgeleid dat van een deelnemer aan een aanbesteding een proactieve houding mag worden verwacht. Daarmee wordt voorkomen dat aanbestedingsprocedures onnodig worden vertraagd en daarmee wordt bewerkstelligd dat eventuele omissies in de procedure zodanig tijdig aan de orde worden gesteld dat zij nog (eenvoudig) kunnen worden hersteld. Daarmee is niet alleen het belang van de aanbestedende dienst gediend, maar ook het belang van de (andere) deelnemers omdat voorkomen wordt dat kosten worden gemaakt voor een procedure die niet aan eisen voldoet. Het tijdstip waarop over een bepaald aspect van een aanbestedingsprocedure moet worden geklaagd, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin dient van een gegadigde te worden verwacht dat hij zijn bezwaren kenbaar maakt zo spoedig mogelijk nadat hij kennis had of had behoren te hebben van de gestelde gebreken in de procedure.
In het arrest Uniplex (HvJ EU 28 januari 2010, ECLI:EU:C:2010:45) is overwogen (punt 32) dat de termijnen voor het instellen van beroep beginnen te lopen vanaf de datum waarop de verzoeker kennis had of kennis had moeten hebben van de gestelde schending van de bepalingen inzake het plaatsen van overheidsopdrachten. Deze overweging is herhaald in het arrest van 12 maart 2015 inzake eVigilo (ECLI:EU:C:2015:166). Het is afhankelijk van de aard van de gestelde schending of dit eerst na motivering van de selectiebeslissing is, of al eerder.
Bij dit alles dient de gegadigde wel een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming te genieten. (bron:www.rechtspraak.nl)