Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement wegens niet tijdig deponeren jaarcijfers

Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement  wegens niet tijdig deponeren jaarcijfers

In art. 2:248 lid 1 BW is bepaald dat in geval van faillissement een bestuurder jegens de boedel aansprakelijk is voor het boedeltekort indien het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is.

Het niet-voldoen aan de verplichtingen tot het tijdig opmaken balans en staat van baten en lasten (art. 2:10 lid 2 BW) en het niet-voldoen aan de openbaarmakingsplicht (art. 2:394 lid 3 BW) leveren volgens art. 2:248 lid 2 BW een onweerlegbaar vermoeden op dat er sprake is geweest van onbehoorlijke taakvervulling aan de zijde van een bestuurder van een inmiddels failliete vennootschap.

Volgens art. 2:248 lid 2 BW wordt deze onbehoorlijke taakvervulling weerlegbaar vermoed een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een redelijke uitleg van laatstgenoemd voorschrift meebrengt dat ter weerlegging van het bewijsvermoeden volstaat dat de aangesproken bestuurder aannemelijk maakt dat ándere feiten en omstandigheden een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest.

Tot slot bepaalt het tweede lid van art. 2:248 dat een onbelangrijk verzuim niet in aanmerking wordt genomen als het gaat om het vestigen van een onweerlegbaar vermoeden dat er sprake onbehoorlijke taakvervulling is geweest.

Hebt u omtrent bestuurdersaansprakelijkheid vragen  dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos telefonisch contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Onze advocaten zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.