Diverse zaken rond onderhuur bedrijfsruimte

Diverse zaken rond onderhuur bedrijfsruimte

Mag de huurder overgaan tot onderhuur?

Indien in de huurovereenkomst niet anders is bepaald is de huurder bevoegd om het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan een ander in gebruik te geven (artikel 7:221 BW). Dit artikel is evenwel van regelend recht zodat partijen daarvan contractueel kunnen afwijken. In de praktijk wordt hiervan veelal afgeweken door onderhuur in de huurovereenkomst of algemene voorwaarden te verbieden. Dit onderhuurverbod geeft de verhuurder in beginsel de bevoegdheid om de onderhuur om hem moverende redenen te weigeren. Hiertegen kan door de huurder worden geageerd indien sprake is van een weigering van verhuurder die gebaseerd is op gronden die moeten worden aangeduid als een misbruik van recht, dan wel indien de weigering van verhuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Voor de geldigheid van een onderhuurovereenkomst is het niet van belang of de verhuurder daarvoor wel of geen toestemming heeft verleend.

Er ontstaat door de onderhuurovereenkomst geen contractuele verhouding tussen de hoofdverhuurder en de onderhuurder. Wel kunnen gedragingen van de onderhuurder via de Wet (artikel 7:219 BW) worden toegerekend aan de hoofdhuurder. De verhuurder kan om die reden de hoofdhuurder aanspreken voor tekortkomingen van de onderhuurder. Een eventueel tekortschieten van de onderhuurder kan om die reden tot ontbinding van de hoofdhuurovereenkomst leiden. In geval de onderhuurder schade aan het gehuurde veroorzaakt kan verhuurder de hoofdhuurder in beginsel via artikel 7:219 BW aanspreken uit hoofde van wanprestatie. Ook kan de verhuurder ervoor kiezen om de onderhuurder aan te spreken uit hoofde van een onrechtmatige daad (geen wanprestatie aangezien immers een contractuele verhouding ontbreekt tussen verhuurder en onderhuurder).

In geval de huurder zonder toestemming van verhuurder een onderhuurovereenkomst aangaat voor het gehuurde pleegt de hoofdhuurder een wanprestatie en bestaat de gerede mogelijkheid dat de verhuurder overgaat tot ontbinding van de huurovereenkomst, alsook een dergelijke vordering door de rechter wordt toegewezen. De tekortkoming moet wel van dien aard zijn en dusdanige omvang hebben ( zo is bepaald in artikel 6:265 BW) dat de gepleegde tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt. In jurisprudentie zijn gevallen bekend dat de tekortkoming wegens onderhuur te beperkt werd gezien om hierop een ontbinding te rechtvaardigen, dit o.a. omdat de onderhuursituatie inmiddels reeds was beëindigd alsook van zeer korte duur was geweest.

Van belang

Bij de totstandkoming van een onderhuurovereenkomst dient de huurder ervoor te waken dat de huurtermijnen en de verplichtingen van de onderhuurder aansluiten bij de huur van zijn hoofdhuurovereenkomst. Hij dient er verder voor te waken dat bij het einde van de hoofdhuurovereenkomst de onderhuurovereenkomst eveneens tijdig komt te beëindigen. Regelt de hoofdhuurder dit niet goed jegens de onderhuurder dan is hij jegens de onderhuurder schadeplichtig.

Contact

Heeft u vragen over huurrecht, vragen over de constructie van onderhuur en/of vragen over de mogelijkheden van indeplaatsstelling van een nieuwe huurder bij bedrijfsruimte op de voet van 7:290 BW dan kunt u altijd telefonisch contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct één van onze huurrechtadvocaten aan de telefoon. Bel ons op 030-2523520. Daarvoor brengen wij u geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.