Internationaal zakendoen: welk recht is toepasselijk op een overeenkomst?

Internationaal zakendoen: welk recht is toepasselijk op een overeenkomst?

Toepasselijk recht

Wanneer u zaken doet met een buitenlandse partij, zal het Nederlandse recht niet altijd op de overeenkomst van toepassing zijn. Wanneer een geschil ontstaat over de inhoud of uitvoering van een overeenkomst, is niet altijd duidelijk welk recht de overeenkomst beheerst. Deze vraagstukken worden beheerst door het internationaal privaatrecht. In deze blog wordt uiteengezet hoe u kunt bepalen welk recht op een overeenkomst van toepassing is bij contracten.

Het Weens Koopverdrag (WKV)

Als uw bedrijf handelt in goederen met professionele partijen, zal het Weens Koopverdrag op uw handelsovereenkomsten van toepassing kunnen zijn. Let echter op: het WKV is niet toepasselijk op verkoop aan consumenten. Kort gezegd is het Verdrag relevant voor uw overeenkomst indien beide partijen bij het Verdrag zijn aangesloten (vgl. art. 1 lid 1 sub a WKV). Indien één der partijen geen partij bij het Verdrag is, kunnen diens regels desondanks toepasselijk zijn. Daarover hieronder meer.

Verordening Rome I

Rechtskeuze

Wanneer het Weens Koopverdrag niet direct toepasselijk is, gelden de regels uit de Europese Rome I-Verordening. Vanwege de directe doorwerking van Europese verordeningen is deze direct van toepassing. Allereerst kan er overeenkomstig art. 3 Rome I een rechtskeuze worden gemaakt voor het toepasselijk recht. Dit moet dan uitdrukkelijk uit de overeenkomst blijken – in de praktijk zal men dan een rechtskeuze als afzonderlijke clausule in het contract opnemen.

Consumentenkoop

Wanneer geen rechtskeuze gemaakt wordt, gelden de volgende regels (let op: wat volgt geldt niet voor vervoers- of verzekeringsovereenkomsten). Opgemerkt zij dat de verordening, in tegenstelling tot het WKV, wél toepasselijk is op consumentenkoopovereenkomsten (vgl. art. 1 lid 1 Rome I). Ten aanzien van de consumentenkoop gelden afwijkende regels (vgl. art. 6 Rome I). De overeenkomst zal in dit kader beheerst worden door het recht van de gewone verblijfplaats van de consument (lid 1), wanneer de verkoper gevestigd is in dat land (sub a), of wanneer de verkoper in het buitenland is gevestigd en zijn commerciële activiteiten duidelijk richt op dat land (sub b). Een aanwijzing hiervoor kan zijn dat de verkoper in dat land een website heeft (bijv. een .nl-aanduiding voor Nederland). Een rechtskeuze kan in dit geval gemaakt worden overeenkomstig art. 3 Rome I, op voorwaarde dat de consument geen bescherming verliest die hij wel zou hebben genoten volgens het recht dat van toepassing zou zijn geweest als er geen rechtskeuze gemaakt zou zijn (lid 2).

Geen rechtskeuze

Wanneer geen sprake is van een rechtskeuze of consumentenkoop, wordt het toepasselijke recht bepaald volgens de regels van art. 4 Rome I. Hier zal nu een aantal regels uit het eerste lid uitgelicht worden. Bij een koopovereenkomst geldt het recht van het land waar de verkoper gevestigd is (sub a). Bij een dienstverlening geldt het recht van het land waar de dienstverlener gevestigd is (sub b). Wanneer een overeenkomst als onderwerp een zakelijk recht op een onroerend goed heeft – zoals koop of huur – geldt het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen (sub c). Het kan zijn dat een overeenkomst niet onder een van de opties van lid 1 valt. In dat geval is het recht toepasselijk van het land waar de kenmerkende prestant gevestigd is (lid 2). In de regel is dit de partij die een prestatie verricht die tegenover de betaling van een geldsom staat.

Het kan zijn dat uit de omstandigheden van een geval blijkt dat er een nauwere band bestaat met een ander land dan welke volgt uit wat hierboven is beschreven. In dat geval zal het recht van dat land toepasselijk zijn (lid 3). Ten slotte zal, wanneer uit de eerste twee leden geen land gekozen kan worden, het recht toepasselijk zijn van het land dat het nauwst met de overeenkomst verbonden is.

Toch wel het Weens Koopverdrag?

Wanneer uit de toepassing van de Verordening Rome I het recht van een land toepasselijk is dat ook partij is bij het Weens Koopverdrag, zal volgens art. 1 lid 1 sub b WKV het Verdrag toch van toepassing zijn op de overeenkomst (tenzij, nogmaals, sprake is van consumentenkoop). Kortom, eerst kijkt u naar het WKV, vervolgens naar Rome I en ten slotte of het WKV niet alsnog toepasselijk is.