Opzegging van krediet | zorgplicht bank

Mocht u omtrent de zorgplicht van een bank en/of de opzegging van een kredietovereenkomst vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies van onze advocaten is kosteloos.

Op een bank rust op basis van artikel 7:401 BW en artikel 2 Algemene Bankvoorwaarden, alsmede uit hoofde van haar maatschappelijke functie, een zorgplicht rust jegens haar (particuliere) cliënten. De reikwijdte van die zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval.

Bij de opzegging van de kredietrelatie houdt deze zorgplicht in, dat de opzegging in ieder geval diende te voldoen aan de maatstaven van proportionaliteit en subsidiariteit (vgl. Gerechtshof Arnhem, 18 februari 2003, JOR 2003, 267). Daarbij kunnen de volgende factoren van belang zijn:
• de duur, de mate van exclusiviteit, de omvang en de ingewikkeldheid en het verloop van de kredietrelatie,
• een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid en/of aanmerkelijke toeneming van het bancaire kredietrisico, waarbij met name van belang zal zijn of er voldoende dekking door zekerheid bestaat dan wel kan worden verleend en de mate van waarschijnlijkheid of en in welke omvang deze zal blijven bestaan (alles te stellen op de liquidatiewaarde),
• het gedrag en de betrouwbaarheid van de kredietnemer alsmede de mate waarin en de tijdigheid waarmee deze de bank op de hoogte heeft gesteld en stelt van alle voor de kredietrelatie relevante omstandigheden,
• of en in welke mate de kredietnemer toerekenbaar is tekortgeschoten (bijvoorbeeld door (structurele en/of ruime) overschrijding van de kredietlimiet),
• de kans dat de onderneming van de kredietnemer, al of niet na reorganisatie of doorstart, zal overleven en de mate waarin de kredietnemer een reorganisatie heeft opgestart,
• welke termijn de kredietnemer krijgt om een andere (huis-)bankier te zoeken en welke ernstige financiële problemen voor de kredietnemer (zullen) ontstaan indien hij zijn financieringsbehoefte niet op korte termijn elders kan onderbrengen,
• de wijze van besluitvorming van de bank voorafgaand aan de opzegging en de wijze waarop overleg is gevoerd met de kredietnemer en of en in welke mate de bank de kredietnemer tevoren heeft gewaarschuwd,
• of de bank door eigen gedragingen (zoals toelating van overschrijding van de kredietlimiet) verwachtingen heeft gewekt,
• andere maatschappelijke belangen (waaronder het voortbestaan van werkgelegenheid).