Schorsing executie vonnis

Schorsing executie vonnis. In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaad – geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard (HR 22 april 1983, NJ 1984, 145 Ritzen/Hoekstra). De lat ligt in deze maatstaf heel hoog.

Het is in een executiegeschil niet mogelijk inhoudelijke bezwaren tegen een uitspraak aan te voeren, behoudens die welke nopen tot het oordeel dat sprake is van misbruik van bevoegdheid bij de executant. De executierechter mag de zaak van de bodemrechter niet overdoen en het is ook niet de bedoeling dat hij een prognose geeft van de uitkomst van het (nog in te stellen) hoger beroep. (bron:www.rechtspraak.nl)