Selectieve betaling

In beginsel staat het de schuldenaar vrij opeisbare schulden te voldoen, ook als daarbij de ene schuld wel, en een andere niet wordt voldaan. Er is geen algemene regel die voorschrijft dat een debiteur gehouden is al zijn crediteuren naar evenredigheid van hun respectieve vorderingen te betalen. Selectieve betaling is dan ook in beginsel niet onrechtmatig. De paritas creditorum geldt pas op het moment dat er sprake is van een collectief verhaal op het vermogen van de schuldenaar, zoals in een faillissementssituatie.

Wel kunnen er omstandigheden zijn die meebrengen dat een schuldenaar / bestuurder van een vennootschap onrechtmatig handelt door bepaalde crediteuren wel, en andere niet te betalen. Dergelijke omstandigheden kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in het feit dat een bestuurder die weet dat de vennootschap in ernstige problemen verkeert, zijn eigen vordering op de vennootschap, of vorderingen van met de vennootschap gelieerde (rechts)personen wel, en de vorderingen van andere crediteuren niet voldoet. Voorts zal – indien de bestuurder weet of moet weten dat het faillissement onafwendbaar is – het voldoen van een of meer bepaalde schuldeisers onrechtmatig kunnen zijn jegens de overige schuldeisers indien voor die betalingen geen rechtvaardiging te geven is.

Gelet op vorenstaande maatstaf dient te worden onderzocht of een schuldenaar / bestuurder op het moment dat hij de hem verweten betalingen deed wist of had moeten weten dat het faillissement (van de vennootschap) onafwendbaar was.