Aansprakelijkheid van oprichters van een niet rechtsgeldig opgerichte vennootschap sprake van contractsoverneming?

 

Aansprakelijkheid van oprichters van een niet rechtsgeldig opgerichte vennootschap sprake van contractoverneming?

In de zaak die diende voor de rechtbank Amsterdam (vindplaats RVR 2017 / 75) is door de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat geen sprake is van contractoverneming. Gevolg hiervan is dat de ‘oude’ huurder aansprakelijk bleef voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Omdat de oude huurder een niet rechtsgeldig opgerichte vennootschap betrof, heeft dit tot gevolg dat de oprichters van deze vennootschap hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst, dit op de voet van artikel 2:203 BW).

Omdat deze oprichters nimmer aan verhuurder mededeling hebben gedaan dat de vennootschap niet deugdelijk is opgericht (ten gevolge deze vennootschap nimmer is ontstaan) heeft de rechtbank dit gedrag als slecht huurderschap beoordeeld. het verzoek van verhuurder om de huurovereenkomst te ontbinden, is door de rechtbank Amsterdam op grond van dit aangenomen slecht huurderschap toegewezen.

In deze zaak is allereerst geoordeeld of er sprake is van contractoverneming, ten gevolge de rechtsopvolger van de overdragend huurder thans als huurder dient te worden aangemerkt. De overdragende huurder voerde hiervoor aan dat verhuurder wetenschap heeft gehad dat een derde (gesteld: nieuwe huurder) het gehuurde in gebruik heeft genomen, alsook deze derde de huur is gaan betalen. De rechtbank oordeelt evenwel dat deze omstandigheden onvoldoende zijn c.q. dienen te worden geoordeeld, dat sprake is van contractoverneming.

De contractoverneming is in de wet geregeld in artikel 6:159 BW.  Hierin is als constitutief vereiste opgenomen dat een ‘akte’ is vereist tussen de overdragende huurder en zijn rechtsopvolger. In jurisprudentie is  bepaald dat e-mailcorrespondentie niet kan worden opgevat als een dergelijke akte in de zin van artikel 6:159 BW (zie ook het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 12 mei 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:1693)). Verder dient de verhuurder medewerking te verlenen aan de contractsoverneming. Deze medewerking is vormvrij, zo is in de wet bepaald. De medewerking kan in elke vorm worden verleend, zowel vooraf als achteraf, maar ook zonder duidelijke verklaring kan sprake zijn van een dergelijke medewerking. Evenwel in jurisprudentie is bepaald dat een stilzwijgend instemmen van de verhuurder niet zo snel wordt aangenomen. Ook in  onderhavig geval is de rechtbank Amsterdam volgens vaste jurisprudentie tot dit oordeel gekomen. Zo zijn de omstandigheden dat verhuurder aan de huidig huurder (gesteld de opvolgend huurder) facturen heeft toegezonden, niet van dien aard dat de conclusie dient te worden genomen dat verhuurder heeft ingestemd met een contractsoverneming.

 

Vragen?

Heeft u vragen over de rechtsgeldigheid van huurovereenkomsten en/of sprake is van een contractsoverneming, alsook hoe een dergelijke contractsoverneming te voorkomen dan wel af te dwingen, dan kunt u contact opnemen met een van onze huurrecht advocaten.

U kunt ons ook uw vraag per e-mail toezenden, door gebruik te maken van deze button: uw vraag. Wij doen ons best daarop binnen korte tijd te reageren.

Kantoor Utrecht:

Stadion Galgenwaard,

Herculesplein 213, Utrecht

Tel: 030 252 35 20

Fax: 030 251 27 41

info@teamadvocaten.nl