Opzegging duurovereenkomst

Opzegging duurovereenkomst

 Voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden – Nederland, locatie Utrecht (gepubliceerd: RVR 2017/82) is de kwestie voorgelegd of eiser een duurovereenkomst, in kwestie een gebruiksovereenkomst rechtsgeldig met de gebruiker (exploitant van een restaurant) heeft opgezegd en derhalve de gevorderde ontruiming van het in gebruik zijnde (een binnenplaats) kan worden toegewezen.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de bruikleenovereenkomst (van de binnenplaats) in deze zaak al bijna twintig jaren bestaat en dat gedaagde (de exploitant van het restaurant) voor haar bedrijfsvoering mede afhankelijk is van het gebruik van de binnenplaats. De voorzieningenrechter stelt vast dat de bruikleenovereenkomst in beginsel door eisers kan worden opgezegd, maar de omstandigheden van dit geval met zich meebrengen dat aan de zijde van eiser een zwaarwichtige reden voor de opzegging aanwezig dient te zijn. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat deze zwaarwichtige reden, zijnde de wens om de binnenplaats te ontwikkelen, niet aanwezig is. Eiser is op dat moment ‘slechts’ met de gemeente in overleg om toestemming te verlenen voor de noodzakelijke wijziging in het bestemmingsplan voor de gewenste ontwikkeling. Het is evenwel nog helemaal niet duidelijk of deze bestemmingsplanwijziging überhaupt wordt goedgekeurd en derhalve eiser tot de gewenste ontwikkeling van de binnenplaats kan overgaan. De voorzieningenrechter komt dan ook tot de conclusie dat het vereiste zwaarwegend belang aan de zijde van eisers ontbreekt, terwijl het belang om gebruik te blijven houden van de binnenplaats  bij gedaagde (de exploitant) wel bestaat.

Juridisch kader

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter de criteria getoetst of de duurovereenkomst in kwestie kan worden opgezegd. Sinds het arrest van de Hoge Raad ‘De Ronde Venen / Stedin’ (28 oktober 2011, ECLI:NL:2011:BQ9854) is het uitgangspunt dat de duurovereenkomst zonder opzegbeding in beginsel opzegbaar is. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen evenwel in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat (zie ook HR 3 december 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3821). Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en omstandigheden van het geval, voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen, of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

Kortom, in deze zaak is deugdelijk door de voorzieningenrechter geoordeeld dat de duurovereenkomst in beginsel opzegbaar is, doch het vereiste zwaarwegend belang (die de rechter dus noodzakelijk achtte in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst) ontbrak.

Vragen?

U kunt ons ook uw vraag per e-mail toezenden, door gebruik te maken van deze button: uw vraag. Wij doen ons best daarop binnen korte tijd te reageren.

Kantoor Utrecht:

Stadion Galgenwaard,

Herculesplein 213, Utrecht

Tel: 030 252 35 20

Fax: 030 251 27 41

info@teamadvocaten.nl