De taak van de executeur

In artikel 4:149 lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de taak van de executeur eindigt door zijn dood. In artikel 4:151 BW is opgenomen dat een executeur wiens bevoegdheid tot beheer van de nalatenschap is geëindigd, verplicht is rekening en verantwoording af te leggen.

In de uitspraak van de Hoge Raad van 22 januari 2016 (ECLI:HR:2016:99) was een notaris opgetreden als executeur van een nalatenschap. De notaris was tijdens het executeurschap overleden. Op grond van artikel 4:149 lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek is zijn taak als executeur beëindigd. De vraag die bij de Hoge Raad voor lag was: gaat de verplichting om rekening en verantwoording af te leggen over op de erfgenaam van de executeur?

Hierover overweegt de Hoge Raad:

(…)
3.5 De verplichting van een executeur om rekening en verantwoording af te leggen over het door hem gevoerde beheer van een nalatenschap, heeft uitsluitend betrekking op het beheer van de nalatenschap van de erflater door wie hij als executeur is benoemd. Daarom faalt het onderdeel voor zover het ertoe strekt te betogen dat [verweerster 1] verplicht is tot het afleggen van rekening en verantwoording op de grond dat zij executeur is in de nalatenschap van notaris [betrokkene 2] en notaris [betrokkene 2] bij leven executeur was in de nalatenschap van [betrokkene 1]

3.6.1 Voor zover het onderdeel betoogt dat [verweerster 1] als erfgenaam van notaris [betrokkene 2] verplicht is tot het afleggen van rekening en verantwoording over het door hem gevoerde beheer van de nalatenschap van [betrokkene 1] , wordt als volgt overwogen.

3.6.2 Art. 1061 BW (oud) verplichtte de executeur om bij het eindigen van zijn beheer aan de belanghebbenden rekening en verantwoording af te leggen, evenals thans art. 4:151 BW de executeur wiens bevoegdheid tot beheer van de nalatenschap is geëindigd, verplicht rekening en verantwoording af te leggen. Weliswaar eindigt de taak van de executeur door zijn dood – welke regel voortvloeide uit art. 1062 BW (oud) en thans is neergelegd in art. 4:149 lid 1, aanhef en onder c, BW – maar indien de executeur zijn werkzaamheden nog niet heeft voltooid op het tijdstip van zijn overlijden, ontstaat geen verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording.

3.6.3 Geen rechtsregel brengt mee dat een dergelijke verplichting op de erfgenamen van de executeur komt te rusten. Art. 1062 BW (oud) bepaalde: “De magt van 119 den uitvoerder eens uitersten wil gaat niet tot zijne erfgenamen over”. Doordat de rechten en verplichtingen van de executeur zijn verbonden aan zijn hoedanigheid en die hoedanigheid niet overgaat op zijn erfgenamen, gaan evenmin die rechten en verplichtingen, waaronder de verplichting om rekening en verantwoording af te leggen, bij het overlijden van de executeur over op zijn erfgenamen. Wel bepaalt het huidige art. 4:149 lid 4 BW dat de erfgenamen van de overleden executeur, indien zij kennis dragen van de executele, verplicht zijn het overlijden van de executeur mede te delen aan de erfgenamen van degene die hem als executeur heeft benoemd.
(…)

De verplichting om rekening en verantwoording af te leggen gaat dus niet over op de erfgenaam van de executeur.