Erkenning en (vervangende) toestemming
Erkenning en vervangende toestemming
In dit artikel staat de erkenning van een kind centraal. Hoe kunt u uw kind erkennen en wat kunt u doen als de moeder of het kind geen toestemming geeft?
De erkenning
Als u niet getrouwd bent en ook geen geregistreerd partnerschap hebt met de moeder, dan moet u uw kind erkennen om juridisch ouder te worden. De erkenning brengt rechten (bijvoorbeeld het recht op omgang), maar ook plichten (bijvoorbeeld de onderhoudsplicht totdat het kind 21 jaar wordt) met zich mee. U kunt uw kind al vóór de geboorte erkennen: dit heet de erkenning van de ongeboren vrucht. U kunt er ook voor kiezen om het kind na de geboorte te erkennen. U kunt uw kind bijvoorbeeld erkennen als u aangifte van de geboorte doet, maar ook als het kind al ouder of zelfs meerderjarig is kunt u het kind nog erkennen. U kunt het kind erkennen via de burgerlijkste stand of via een notariële akte.
Toestemming en vervangende toestemming
In het geval dat het kind jonger is dan 12 jaar heeft u toestemming nodig van de moeder voor de erkenning, als het kind tussen de 12 en 16 jaar is heeft u toestemming nodig van de moeder én van uw kind en als het kind 16 jaar of ouder is heeft u alleen de toestemming nodig van uw kind. Het kan echter zo zijn dat de moeder of het kind geen toestemming wilt geven voor de erkenning. In dat geval kunt u naar de rechter stappen en vragen om vervangende toestemming om te erkennen. U heeft hier een advocaat bij nodig. U kunt deze vervangende toestemming alleen aanvragen indien u de biologische vader bent van het kind of indien u als partner van de moeder toestemming heeft gegeven voor kunstmatige donorbevruchting. De rechter gaat bij deze procedure toetsen of de vervangende toestemming in het belang van het kind is. Een bijzondere curator zal de belangen van het kind beschermen in de procedure. Ook kan de rechtbank opdracht geven om een DNA-onderzoek of een bloedonderzoek te laten doen, om vast te stellen dat de verzoeker inderdaad de biologische vader is.
In een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden[1] stond de vraag centraal of de rechtbank terecht de vervangende toestemming voor erkenning van het meisje door de vader had gegeven. Het hof maakt een afweging van het belang van de vader om te erkennen tegenover de belangen van de moeder en de dochter bij het niet-erkennen. De dochter is 16 jaar oud en woont in Ghana bij haar grootouders. Zij heeft regelmatig, via beeldbelverbinding, contact met haar moeder in Nederland. Met haar vader heeft zij geen contact en dit wil zij ook niet. Daarom vindt het hof in casu dat bij erkenning door de vader de evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het meisje in het gedrang komt. Ze heeft uitdrukkelijk gezegd geen contact te willen met de vader. Mede gelet op haar leeftijd, kent het hof bijzonder gewicht aan haar eigen verklaring toe. Het hof wijst het verzoek van de vader tot vervangende toestemming tot erkenning daarom alsnog af.
[1] Hof Arnhem-Leeuwarden 19-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:562