Verdeling hypotheeklasten

Als echtgenoten/samenlevers uit elkaar gaan, blijft vaak één van hen nog in de woning wonen, in afwachting van de verkoop van de woning aan een derde of de overname van de woning door één van de, inmiddels, ex-echtgenoten/ ex-samenlevers. Een vraag die dan vaak opkomt is: Wie moet tot die tijd de hypotheeklasten betalen?

In artikel 3:172 Burgerlijk Wetboek (BW) is opgenomen: “Tenzij een regeling anders bepaalt, delen de deelgenoten naar evenredigheid van hun aandelen in de vruchten en moeten zij eenzelfde evenredigheid bijdragen tot de uitgaven (…)”.
Anders gezegd: als de ex-echtgenoten/ ex-samenlevers ieder voor de helft eigenaar zijn, dan moet ieder de helft van de hypotheeklasten dragen. Dat kan natuurlijk onrechtvaardig voelen, voor degene die niet meer in de woning woont (en mogelijk ook nog andere woonlasten heeft). Ook daar heeft de wetgever aan gedacht. Op grond van artikel 3:169 BW kan degene die niet meer in de woning woont, maar wel de helft van de hypotheeklasten moet betalen, aanspraak maken op een gebruiksvergoeding. Immers, diegene is eigenaar van een goed (de woning) waar hij/zij geen gebruik van kan maken.

In de praktijk wordt het vaak opgelost door af te spreken dat degene die in de woning woont alle hypotheeklasten betaald. Als het in onderling overleg niet lukt om afspraken te maken, dan kan op basis van artikelen 3:169 en 3:172 BW aan de rechtbank een uitspraak worden gevraagd.

Door: mr. Ingeborg Redert