Zorgplicht bank bij beleggingsadvies, vermogensbeheer en krediet (hypotheek)

Volgens vaste jurisprudentie rust op financiële dienstverleners, zoals banken en kredietinstellingen, tegenover particulieren een bijzondere zorgplicht die strekt tot bescherming tegen onverantwoorde financiële risico’s.

Deze zorgplicht vloeit voort uit de maatschappelijke positie van deze dienstverleners in samenhang met hun professionele deskundigheid. Zij strekt ertoe particulieren te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht.

De zorgplicht beheerst niet alleen de contractuele relatie van de financiële dienstverlener met zijn cliënten, maar ook de precontractuele relatie met potentiële cliënten en de delictuele relatie met bepaalde derden.

De inhoud en reikwijdte van deze zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de betrokken rechtsverhouding, het bijzondere risico van het desbetreffende product of de dienst, de eventuele deskundigheid en relevante ervaring van de particuliere cliënt, en diens inkomens- en vermogenspositie.

Volgens vaste rechtspraak rust bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers op de bank als professionele en bij uitstek deskundige dienstverlener een bijzondere zorgplicht, welke zorgplicht onder meer behelst dat de bank vooraf naar behoren onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, deskundigheid en doelstellingen van de cliënt en dat zij hem dient te waarschuwen voor eventuele risico’s die aan een voorgenomen of toegepaste beleggingsvorm zijn verbonden, alsook voor het feit dat een door hem voorgenomen of toegepaste beleggingsstrategie niet past bij zijn financiële mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of zijn deskundigheid. Deze plicht strekt mede ter bescherming van de cliënt tegen het gevaar van een gebrek aan kunde en inzicht of van eigen lichtvaardigheid en geldt bij uitstek als de cliënt handelt in opties.

Bij vermogensbeheerrelaties, gebaseerd op een met de bank gesloten beheerovereenkomst, geldt dat uit hoofde van die overeenkomst op de bank als een op het punt van vermogensbeheer bij uitstek deskundige instelling, een bijzondere, mede op de eisen van redelijkheid en billijkheid gebaseerde zorgplicht rust, die een waarschuwingsplicht kan inhouden. De vraag of deze waarschuwingsplicht in een concreet geval bestaat, hangt af van alle terzake doende omstandigheden van het geval, waaronder de doelstellingen, de risicobereidheid en de inkomens- en vermogenspositie van de cliënt alsmede de mate van deskundigheid en de relevante ervaring van de cliënt. Onderdeel van deze zorgplicht is ook hier dat de bank voorafgaand aan het beheer naar behoren onderzoek dient te doen naar de financiële mogelijkheden, de deskundigheid en de doelstelling van de cliënt. Deze onderzoeksplicht, die voor zover het gaat om de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de bank voortvloeit uit de op de bank rustende zorgplicht, hangt daarmee samen dat de bank zonder kennis van de doelstellingen en de relevante omstandigheden van zijn cliënt niet in staat is zijn dienstverlening naar behoren af te stemmen op de wensen en behoeften van zijn cliënt.

De invulling van de zorgplicht bij eenvoudige kredietovereenkomsten, is een andere. Kredietovereenkomsten houden in dat een bedrag aan de consument ter beschikking wordt gesteld, dat over het geleende bedrag rente moet worden betaald en dat het geleende bedrag op een later moment door de consument weer moet worden terugbetaald. Deze verplichtingen zijn voor consumenten in beginsel goed te overzien en het risico dat de consument loopt, is beperkt. Bij deze relatief eenvoudige kredietovereenkomsten (waarbij van belang is dat deze niet worden gecombineerd met andere beleggings- of verzekeringsproducten) bestaat in beginsel niet het risico dat de consument meer verschuldigd wordt dan het geleende bedrag en de rente. Voor dergelijke kredietovereenkomsten bestaat dan ook een minder vergaande zorgplicht.

Bij het aangaan van een kredietovereenkomst wordt voor kredietgevers een bijzondere zorgplicht aangenomen die onder meer wordt ingevuld door de publiekrechtelijke regels zoals die (thans) zijn neergelegd in de Wft. Ten eerste zal de kredietgever bij het aangaan van de kredietovereenkomst voldoende informatie moeten inwinnen over de (financiële) situatie van de consument. Op basis van de ingewonnen informatie zal moeten worden beoordeeld of het (on)verantwoord is het krediet te verstrekken. Daarnaast moet de kredietgever voldoende informatie verstrekken, zodat de consument in staat is te beoordelen wat het krediet inhoudt en wat de bijbehorende risico’s zijn. Handelen in strijd met het verbod tot overkreditering, zal gelet op de rechtspraak, resulteren in een schending van een zorgplicht ten opzichte van de consument.

Uit de strekking van de bijzondere zorgplicht volgt dat zij is beperkt tot particuliere, niet professionele partijen en dat het vooral gaat om gevallen waarin de consument wordt blootgesteld aan financiële risico’s die hij naar verwachting niet of niet volledig zelfstandig kan overzien of waarvan de gevolgen zijn draagkracht mogelijk te boven gaan en om gevallen waarin voor de consument niet eenvoudig te bevatten verplichtingen ontstaan die om andere redenen met zijn belangen op gespannen voet staan, bijvoorbeeld omdat zij strijdig zijn met het doel dat hem voor ogen staat. Voor het aannemen van een bijzondere zorgplicht is niet vereist dat de financiële instelling het betrokken gevaar zelf in het leven heeft geroepen maar wél dat zij dit kent of moet worden geacht dit te kennen. De strekking van de bijzondere zorgplicht brengt voorts mee dat deze eindigt waar de cliënt van de financiële instelling voor hem inzichtelijke risico’s heeft aanvaard, ook als de verwezenlijking van die risico’s hem naderhand reden geeft om dit te betreuren. Onder aanvaarding moet ook worden begrepen het geval waarin de instelling daarop redelijkerwijs mocht vertrouwen. (bron: www.rechtspraak)

Hebt u omtrent de zorgplicht van banken vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een advocaat aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.