Zijn gelden uit letselschade-uitkering verknocht?

Op 13 mei 2014 heeft het hof Arnhem-Leeuwarden de vraag beantwoord of een letselschade-uitkering verknocht is aan (in casu) de man en of de verknochtheid ophoudt als de gelden op een gezamenlijke rekening worden gestort.

Feiten
Partijen zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Tijdens het huwelijk heeft de man letselschade opgelopen en is hij definitief arbeidsongeschikt geworden. Met de verzekeringsmaatschappij van de veroorzaker is de man overeengekomen dat hij f. 1.000.000,– ontvangt voor alle schade. Dit bedrag is uitbetaald op de gezamenlijke rekening van partijen.

Standpunt man
Bij de verdeling van de gemeenschap van goederen stelt de man zich op het standpunt dat voornoemd bedrag –in gedeelten- van de gemeenschappelijke rekening is doorgestort naar de beleggingsrekening bij Alex en dat de beleggingsrekening dus niet in de verdeling betrokken moet worden, omdat deze verknocht is.

Standpunt vrouw
De vrouw is van mening dat de aanspraak van de man op de geldsom verknocht was, maar dat de verknochtheid teniet is gegaan door de voldoening van de geldsom en de geldsom naar zijn aard niet zodanig verknocht is dat deze niet in de huwelijksgemeenschap valt.

Oordeel hof
Allereest stelt het hof dat bij de beantwoording van de vraag of een schuld of goed verknocht is en daardoor buiten de huwelijksgemeenschap valt, geen algemene regel geldt.

Het antwoord is –volgens de Hoge Raad (RFR 2012/79 en RFR 2013/17)- afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, waaronder met name de aard van dat goed of de schuld, zoals deze mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald.

Dus als een goed in de plaats treedt van een verknocht goed, wil dit niet per definitie zeggen dat ook dat goed verknocht is.

Toepassing op de casus
In deze zaak is het ontvangen geldbedrag (f. 1.000.000,–) in de plaats gekomen van de verknochte aanspraak van de man op deze gelden.

Op grond van de hiervoor omschreven criteria overwoog het hof dat dus moest worden nagegaan of ten tijde van de ontbinding van de huwelijksgemeenschap de in geld ontvangen letstelschade-uitkering geheel of in ieder geval nog voor een deel aanwezig was in de huwelijksgemeenschap. Volgens het hof is dat alleen het geval indien het ontvangen geldbedrag te midden van de rest van het aanwezige geld nog als afzonderlijk goed is te herkennen.

In casu was het hof van oordeel dat het ontvangen geldbedrag niet als afzonderlijk goed meer was te herkennen. Oftewel er was geen sprake meer van verknochtheid en de vrouw werd in het gelijk gesteld.

Bron: RFR 2014/110 en Hof Arnhem-Leeuwarden, 13 mei 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:4137).
Door: mr. Petra de Bruijn