ZZP'er – concurrentiebeding

In een zaak bij de voorzieningenrechter is de vraag beantwoord wanneer er sprake is van een geldig concurrentiebeding tussen een zzp’er en een opdrachtgever.

In het arbeidsrecht geldt voor concurrentiebedingen dat deze schriftelijk moeten worden aangegaan. Voor zzp’ers is niet uitdrukkelijk voorzien in deze bescherming.

Omdat een werknemer en een zzp’er een vergelijkbare maatschappelijke positie hebben en beiden behoefte hebben aan bescherming is de voorzieningenrechter van mening dat te bepleiten valt dat het schriftelijkheidsvereiste analoog dient te worden toegepast. In ieder geval oordeelt de voorzieningenrechter dat de eis gesteld dient te worden dat tussen partijen (opdrachtgever en zzp’er) volstrekt duidelijk moet zijn dat het concurrentiebeding is overeengekomen.

In deze zaak was die duidelijkheid er niet. De zzp’er had immers meerdere keren naar een schriftelijke vastlegging van de tussen partijen gemaakte afspraken gevraagd, maar de opdrachtgever heeft hieraan geen gehoor gegeven.

Bron: Voorzieningenrechter Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, 03-01-2013 (JAR 2013/25)