Erfdienstbaarheid

Op grond van artikel 5:73 BW worden de inhoud van de erfdienstbaarheid en de wijze van uitoefening in eerste instantie bepaald door de akte van vestiging en, voor zover in die akte regelen daaromtrent ontbreken, door de plaatselijke gewoonte.

Bij de uitleg van de akte van vestiging van de erfdienstbaarheid is bepalend de in die akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling, die moet worden afgeleid door de in de akte gebruikte bewoordingen uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de (inhoud van de) gehele akte.

De beginselen van redelijkheid en billijkheid zullen bij de uitleg van de wijze waarop de erfdienstbaarheid moet worden uitgeoefend een rol spelen.

Volgens artikel 5:74 BW dient de uitoefening van de erfdienstbaarheid op de voor het dienende erf op de minst belastende wijze te geschieden.