Uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring
Wat is uitvoerig bij voorraad verklaren?
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad volgt uit artikel 233 Rv. Dit houdt in dat een vonnis van de rechter, ondanks het eventueel in werking zetten van hoger beroep of cassatieberoep toch ten uitvoer kan worden gelegd. Wanneer een vonnis geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad heeft, schorst het in werking zetten van bijvoorbeeld hoger beroep de ten uitvoerlegging van het vonnis art. 350 Rv. Het voordeel van een uitvoerbaarverklaring bij voorraad is dat u het vonnis van de rechter ten uitvoer kan leggen, ongeacht een eventueel hoger beroep. Ook hoeft het tenuitvoerleggen niet gestaakt te worden indien er toch nog hoger beroep of cassatieberoep wordt ingesteld. Volgens lid 2 van art. 233 Rv kan de uitvoerbaarverklaring bij voorraad het hele vonnis betreffen of een deel daarvan. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer een deel van de beslissing van de rechter zich niet leent voor uitvoerbaarheid bij voorraad.
Hoe kan het uitvoerig bij voorraad verklaard worden?
Bij voorraad verklaren van een vonnis kan, volgens art. 233 Rv, enkel op vordering van de partijen worden toegewezen. Dit betekent dat, als u de uitvoerbaarverklaring bij voorraad toegewezen wil krijgen, dit ook moet eisen door middel van een nevenvordering. Dat is een vordering naast de hoofdvordering. Als dit wordt vergeten, kan de weg van art. 234 Rv bewandeld worden. Dit zorgt ervoor dat in bijvoorbeeld hoger beroep alsnog de uitvoerbaarverklaring bij voorraad gevorderd kan worden. De rechter wijst de uitvoerbaarverklaring bij voorraad vrijwel standaard toe. Hiervoor wordt nadere motivering gegeven wanneer de gedaagde verweer voert tegen de vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad. In sommige gevallen is uitvoerbaarheid bij voorraad niet mogelijk, dit kan uit de wet volgen of uit de aard van de zaak voortvloeien. Met dit laatste geval wordt bedoeld wanneer een vonnis zich niet leent tot executie, dit zijn declaratoire vonnissen, waarbij een bepaalde rechtsverhouding wordt vastgesteld.
Bezwaar tegen uitvoerig bij voorraad verklaren
Het is mogelijk om tijdens hoger beroep in bezwaar te gaan tegen een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis. Dit gaat volgens de procedure genoemd in art. 351 Rv en is ook alleen mogelijk in hoger beroep en niet bij cassatieberoep. De rechter heeft de mogelijkheid om uitvoerbaarheid bij voorraad te schorsen, wat ervoor zorgt dat de uitvoerbaarheid van het vonnis van de eerdere rechter wordt geschorst. Wanneer u als partij vordert dat uitvoerbaarverklaring bij voorraad moet worden geschorst, toets de rechter of de tenuitvoerlegging van het vonnis misbruik van recht vormt.
Ambtshalve uitvoerbaarverklaring bij voorraad
Hoewel de hoofdregel is dat de rechter enkel op vordering een uitvoerbaarverklaring bij voorraad toewijst, zijn er twee uitzonderingen. In deze twee gevallen, heeft de rechter de mogelijkheid om ambtshalve, dus zonder gevorderd, de uitvoerbaarverklaring bij voorraad toe te wijzen. Dit is volgens artikel 258 Rv het geval wanneer u in kort geding procedeert. Daarnaast is dit het geval wanneer de rechter na een deskundigenbericht in een tussenvonnis beslist over het opleggen van een voorschot.
Conclusie
Concluderend kan er gezegd worden dat uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring voor de eisende partij voordelig is, indien dit wordt toegewezen. Het is van belang om de uitvoerbaarheid bij voorraad als nevenvordering te vorderen, de rechter kan in beginsel de uitvoerbaarverklaring bij voorraad niet ambtshalve toewijzen. Wanneer u als gedaagde het niet eens bent met de vordering van de uitvoerbaarheid bij voorraad kunt u bezwaar maken, bezwaar kunt u ook maken in hoger beroep, indien de uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring is toegewezen.