Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie

Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie

Net als personen komen ook rechtspersonen ooit aan hun einde. Dit kan onder andere door ontbinding. Er zijn vier manieren waarop een rechtspersoon kan worden ontbonden. Deze gronden staan limitatief opgesomd in art. 2:19 lid 1 BW.  Welke grond de aangewezen weg is voor het beëindigen van de rechtspersoon, is afhankelijk van de solvabiliteit van de onderneming. In deze blog staat de situatie waarin de onderneming “geen baten” meer heeft centraal, ook wel: “turboliquidatie” genoemd. Per 15 november 2023 is daar een nieuwe, tijdelijke wet over in werking getreden.

Art. 2:19 lid 4 BW

‘Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur, of bij toepassing van artikel 19a, de Kamer van Koophandel, daarvan opgaaf aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven.’

Turboliquidatie is het op eigen initiatief en zonder vereffening ontbinden van rechtspersonen indien er geen baten zijn, waarna deze van rechtswege ophoudt te bestaan. Deze regeling zorgt in de praktijk echter voor veel onduidelijkheid (waar ligt de grens van het “geen baten-criterium”?), weinig bescherming voor schuldeisers, gebrek aan openheid en zou fraude in de hand werken. De per 15 november 2023 in werking getreden Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie moet deze knelpunten wegnemen door de volgende wijzigingen door te voeren.

Verantwoordings- en bekendmakingsverplichting

Na invoering van deze wet zal de rechtspersoon die via de weg van turboliquidatie ophoudt te bestaan financiële verantwoording af moeten leggen. Het voormalige bestuur moet binnen 14 dagen na ontbinding verschillende stukken bij het Handelsregister deponeren en de schuldeisers hier schriftelijk van op de hoogte stellen. Het niet-nakomen van deze verplichting kan tevens (in tegenstelling tot de huidige regeling waaronder misbruik niet direct bestraft wordt) gesanctioneerd worden door het opleggen van een bestuursverbod of kan leiden tot vervolging wegens het begaan hebben van een economisch delict.

Nieuwe mogelijkheden schuldeisers

Bovenstaande verantwoordings- en bekendmakingsverplichting voor het bestuur verbeteren de positie van schuldeisers. Zij zijn niet langer onwetend over het verdwijnen van de schuldenaar en krijgen meer inzicht in de laatste financiële stand van zaken. Met deze gegevens weten zij eerder wanneer er sprake is van een onterechte turboliquidatie en kunnen zij gemakkelijker en eerder juridische stappen ondernemen.

Daarnaast zijn zij ook gebaat bij de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuursverbod. Hoewel zij niet bevoegd zijn hiertoe te verzoeken, worden schuldeisers hierdoor voor langere tijd tegen deze fraudeurs beschermd. Zij kunnen niet langer ongehinderd hun misleidende praktijken voortzetten in een andere rechtspersoon. Het bestuur in kwestie kan gedurende maximaal vijf jaar geen BV’s ‘laten ploffen’ ten koste van de schuldeisers. Ook het strafbaar stellen als economisch delict is een verbetering voor schuldeisers aangezien het ervoor zorgt dat bestuurders werkelijk aan hun deponeringsplicht zullen voldoen, waardoor de bewijspositie van schuldeisers verbeterd wordt.

Conclusie

Concluderend nemen de verantwoordings- en bekendmakingsverplichting het gebrek aan transparantie, waar de huidige turboliquidatie mee gepaard gaat, weg. Schuldeisers beschikken over meer informatie, waardoor de huidige regeling beter uit de verf komt. Bovendien bevat het wetsvoorstel publiekrechtelijke mogelijkheden voor het geval bestuurders niet aan hun verplichtingen voldoen. Hierdoor zullen zij eerder genegen zijn zich daadwerkelijk aan de regels te houden. Het vernieuwde bestuursverbod beoogt malafide ontbindingen tegen te gaan en biedt de mogelijkheid om maatregelen tegen bestuurders op te leggen.

De tijdelijke wet geldt voorlopig voor twee jaar.