Ontbinding / ontslag / frequent ziekteverzuim

Ontbinding / ontslag op grond van regelmatig / frequent ziekteverzuim. Afwijzing omdat werknemer al geruime tijd ziek is en er derhalve sprake is van reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte zodat alleen op grond van bijzondere omstandigheden het verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst (ontbindingsverzoek) kan worden toegewezen. Dit is niet aangetoond, waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat de werkgever indien de reden voor ontslag / ontbinding arbeidsovereenkomst is gelegen in frequent ziekteverzuim, dit tenminste aan dezelfde voorwaarden moet voldoen, die gelden indien zij voor een CWI procedure zou hebben gekozen. Dit brengt met zich dat de werkgever aannemelijk moet maken dat er sprake is van een verstoring van het productieproces, onevenredige zware belasting van de collega’s, dat binnen 26 weken geen normaal ziektepatroon wordt verwacht en dat geen passende arbeid binnen de onderneming aanwezig is. Als bijkomende omstandigheid is ter zitting nog aangevoerd een verstoorde arbeidsverhouding. Naar oordeel van de kantonrechter weliswaar niet optimale arbeidsverhouding maar geen sprake van verstoorde arbeidsverhouding, althans onvoldoende aangetoond. Hierbij tevens in aanmerking genomen dat het, gelet op de grootte van het bedrijf waardoor, indien er al sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding op de afdeling waar werknemer werkzaam is, mogelijk zou moeten zijn werknemer, nadat hij weer arbeidsgeschikt is, te plaatsen op een andere werkplek (door ontslag advocaat).

Voor direct advies en bijstand (rechtshulp) kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton

Locatie Heerlen

Zaak/repnr.: 312913 EJ VERZ 08-4711

Beschikking op verzoek ex artikel 7:685 BW van de kantonrechter d.d. 8 januari 2009

i n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Corus Tubes B.V.
gevestigd te Oosterhout en mede kantoor houdende te Maastricht
verzoekster, hierna te noemen Corus,
gemachtigde mr. X,

t e g e n

de heer [verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder, hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. Y.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Op 4 november 2008 is ter griffie een verzoek ontvangen om de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden. Daarop is op 9 december 2008 een verweerschrift ontvangen.

1.2 Corus heeft bij faxbericht van 16 december 2008 nog nadere producties overgelegd.

1.3 De inhoud van voormelde stukken, alsmede van de overige stukken waaronder de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 17 december 2008 en de door [verweerder] overgelegde brief d.d. 6 september 2008 van het RIAGG, moeten als hier herhaald worden beschouwd.

2. Het verzoek

2.1 Corus verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van veranderde omstandigheden zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder]. Zij stelt hiertoe – zakelijk weergegeven – het volgende.

2.2 [verweerder] is bij Corus met ingang van 1 oktober 2005 in dienst getreden in de functie van verlader op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Corus heeft [verweerder] een behoorlijk aantal keren, ook schriftelijk, aangesproken, voornamelijk op zijn gedragingen rondom het ziekteverzuim. Zo heeft [verweerder] op 12 juni 2007 een officiële waarschuwing gekregen omdat hij op 11 juni 2007 zonder toestemming eerder naar huis was gegaan, terwijl Corus op diezelfde dag had aangegeven ontevreden te zijn over het functioneren, de manier waarop hij verlof opnam en zijn gedrag rondom ziekteverzuim.

2.3 Op 25 september 2007 heeft tussen partijen een gesprek plaatsgevonden omdat [verweerder] zich acht keer ziek had gemeld vanaf oktober 2005 tot 1 september 2008 en zich daarbij niet aan de afspraken had gehouden. Zo is [verweerder] bij de laatste ziekmelding op 13 september 2007 niet verschenen op het spreekuur van de arbo-arts en voor Corus ook niet bereikbaar. Corus heeft toen aangegeven dat wat haar betreft de maat vol was. [verweerder] kreeg nog een allerlaatste kans in de verwachting dat hij zich aan de afspraken zou houden en zijn ziekteverzuim drastisch zou verminderen.

2.4 Op 14 mei 2008 heeft naar aanleiding van het niet hervatten van [verweerder] op 8 mei 2008, ondanks hersteld verklaring, een gesprek plaatsgevonden. Corus heeft toen te kennen gegeven dat dit de allerlaatste waarschuwing zou zijn.

2.5 Op 2 september 2008 heeft wederom met [verweerder] een gesprek plaatsgevonden, waarbij hij wederom is aangesproken op zijn gedrag. Zowel Corus als [verweerder] zijn toen tot de conclusie gekomen dat van een vruchtbare samenwerking geen sprake meer was. [verweerder] heeft aangegeven zijn toekomst buiten Corus te zien en plannen te hebben om een opleiding te gaan volgen. Bij brief van 3 september 2008 heeft Corus aan [verweerder] twee voorstellen gedaan om tot beëindiging van het dienstverband te komen, welke echter niet zijn aanvaard.

3. Het verweer

3.1 Het verweer van [verweerder] strekt primair tot afwijzing van het ontbindingsverzoek met bepaling dat Corus, zoals zij aan [verweerder] zou hebben voorgesteld, een opleiding betaalt waardoor hij zijn positie zou kunnen verbeteren, subsidiair tot toekenning van een ontbindingsvergoeding bestaande uit de aanvulling van de aan [verweerder] toekomende uitkering tot het huidige brutoloon van [verweerder] gedurende twee jaren na september 2008.

3.2 [verweerder] ontkent alle feiten ten aanzien waarvan Corus hem een verwijt maakt en heeft tegen het verzoek – zakelijk weergegeven – het navolgende als verweer aangevoerd. Op 11 juni 2007 is hij weliswaar eerder naar huis gegaan maar dit was slechts 10 minuten voor einde werktijd. Dat hij destijds in september 2007 niet is verschenen op het spreekuur van de arbo arts en op 8 mei 2008 niet zijn werkzaamheden heeft hervat, is te wijten geweest aan misverstanden tussen hem en de arbodienst. Ook de weergave van het gesprek op 2 september 2008 is onjuist. Hij heeft toen begrepen dat Corus een opleiding voor hem zou betalen waardoor zijn positie op de arbeidsmarkt zou verbeteren en daarmee ook zijn positie binnen het bedrijf.

3.3. Sinds [verweerder] op de afdeling logistiek werkt, is er sprake van ziekteverzuim door de koude en de tocht. Voorheen is hij werkzaam geweest aan de lasmachine, daar heeft hij tot volle tevredenheid gewerkt en was hij ook nooit ziek. Hij wil graag blijven werken bij Corus, ondanks de houding van de magazijnmeester die hem betitelt als kamelendrijver en andere discriminerende opmerkingen maakt. Hij heeft zich altijd ten volle ingezet bij Corus hetgeen ook blijkt uit het feit dat hij lid is van de commissie”Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu.”

3.4 [verweerder] is vanaf 3 september 2008 arbeidsongeschikt en is door zijn huisarts verwezen naar een psychiater. Niet alleen is [verweerder] thans arbeidsongeschikt waardoor ontbinding in strijd met de wet is, maar bestaat de door Corus aangevoerde omstandigheid uit het ziek zijn van [verweerder], hetgeen geen reden is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

4. De beoordeling

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 7:685 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) dient de kantonrechter zich er van te vergewissen of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.

4.2 Het is de kantonrechter gebleken dat hier sprake is van een in dezen relevant opzegverbod te weten artikel 7:670 BW waarin ondermeer wordt bepaald dat de werkgever de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer niet kan opzeggen tenzij de ziekte twee jaren heeft geduurd. [verweerder] is sinds 3 september 2008 arbeidsongeschikt en was dat ter zitting nog steeds.

4.3 Het opzegverbod bij ziekte heeft in ontbindingszaken zogenaamde reflexwerking, in die zin dat indien de betrokken werknemer ziek is, in beginsel niet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt overgegaan. Zoals nadelige gevolgen van een opzegging van de arbeidsovereenkomst voor een zieke werknemer middels het opzegverbod worden voorkomen, dienen de soortgelijke nadelige gevolgen van een ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor een zieke werknemer voorkomen te worden. In een dergelijk geval is er slechts in bijzondere omstandigheden reden om toch tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan.

4.4 Corus heeft haar standpunt dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden voornamelijk gebaseerd op het veelvuldige ziekteverzuim van [verweerder].

4.5 De kantonrechter stelt voorop dat veelvuldig ziekteverzuim op zichzelf geen reden is om tot ontbinding over te gaan, gelet op de ontslagbescherming die de werknemer heeft bij ziekte. Wil er sprake kunnen zijn van gewichtige omstandigheden op grond waarvan de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, moet er sprake zijn van bijkomende omstandigheden.

4.6 De kantonrechter hanteert hierbij als uitgangspunt dat de werkgever tenminste aan dezelfde voorwaarden moet voldoen, die gelden indien zij voor een CWI procedure zou hebben gekozen. Dit brengt met zich dat de werkgever aannemelijk moet maken dat er sprake is van een verstoring van het productieproces, onevenredige zware belasting van de collega’s, binnen 26 weken geen normaal ziektepatroon wordt verwacht en er geen passende arbeid binnen de onderneming aanwezig is.

4.7 Corus heeft niet aan die voorwaarden voldaan. Zo is het de kantonrechter, mede in aanmerking genomen de omvang van de onderneming van Corus (86 werknemers waarvan 12 op de afdeling logistiek), niet gebleken dat het ziekteverzuim van [verweerder] verstorend werkt op het productieproces en een onevenredige zware belasting van zijn collega’s met zich zou hebben gebracht. Corus heeft in dat verband volstaan met de enkele mededeling ter zitting dat dit wel het geval zou zijn, omdat zij in een ploegenrooster werkt dat kan vastlopen en er weliswaar meerdere collega’s zijn maar die dan steeds geen verlof zouden kunnen opnemen. Het had echter op de weg gelegen van Corus dit nader te onderbouwen, hetgeen zij heeft nagelaten. Nu Corus aan 2 van de 4 voorwaarden niet heeft voldaan, behoeven de andere geen verdere bespreking meer.

4.8 Door Corus is als verandering in omstandigheden naast het frequente ziekteverzuim tevens aangevoerd dat [verweerder] in 2007 ongeoorloofd verlof heeft opgenomen en zich niet zou hebben gehouden aan de regels met betrekking tot het ziekteverzuim. De kantonrechter is van oordeel dat dit evenmin ertoe kan leiden dat de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden. Voor het ongeoorloofd opnemen van verlof in september 2007 heeft [verweerder] een officiële waarschuwing gekregen en daarna heeft hij dit blijkbaar niet meer gedaan.

4.9 Voor wat betreft het zich niet houden aan de regels met betrekking tot het ziekteverzuim overweegt de kantonrechter het volgende. Corus heeft op 14 mei 2008 aan [verweerder] medegedeeld dat dit de allerlaatste waarschuwing zou zijn en als [verweerder] zich niet zou gedragen als een goed werknemer dit verstrekkende consequenties zou kunnen hebben voor het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst.

4.10 Zoals ook al ter zitting opgemerkt, blijft het voor de kantonrechter echter volstrekt onduidelijk op grond waarvan [verweerder] zich in de periode van 14 mei 2008 tot 2 september 2008 niet zou hebben gedragen als een goed werknemer.

4.11 Uit het overgelegde ziekteverzuimoverzicht blijkt alleen dat [verweerder] zich in die periode nog 3 keer ziek heeft gemeld. Niet gesteld of gebleken is dat [verweerder] zich ten onrechte zou hebben ziek gemeld of zich daarbij niet gehouden zou hebben aan de voorschriften. Het spreekt voor zich dat, enkel het zich ziekmelden, er niet toe leidt dat [verweerder] zich dus niet zou hebben gedragen als een goed werknemer.

4.12 De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de handelswijze van Corus de toets der kritiek niet kan doorstaan. Niet alleen besluit Corus op 2 september 2008 plotseling, zonder een concrete aanleiding, dat er een einde moet komen aan het dienstverband maar ook had van Corus met betrekking tot het ziekteverzuim een meer actieve houding verwacht mogen worden. Niet gebleken is dat Corus iets heeft ondernomen om het ziekteverzuim te verminderen, anders dan door aan [verweerder] mede te delen dat hij zijn ziekteverzuim drastisch diende te verminderen. Ter zitting is verder gebleken dat Corus na de ziekmelding van [verweerder] op 3 september 2008 niets meer van zich heeft laten horen en geen controle door de arbo arts heeft plaatsgevonden.

4.13 Corus heeft ter zitting nog opgemerkt dat, gelet op de verwijten die over en weer zijn gemaakt en de problemen die [verweerder] op de werkvloer met de magazijnmeester ondervindt, er geen goede basis meer zou zijn om het dienstverband voor te zetten. Tevens heeft zij aangegeven dat het voor haar niet mogelijk zou zijn om [verweerder] in te zetten op een andere werkplek omdat na de ziekmelding zou zijn gebleken dat er nog andere zaken zijn voorgevallen, maar collega’s niet zouden durven te getuigen. Corus heeft hiermee blijkbaar
– zo begrijpt de kantonrechter – willen betogen dat er ook sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding.

4.14 [verweerder] heeft daarentegen uitdrukkelijk betwist dat hij niet meer zou kunnen werken bij Corus. Hij heeft aangegeven dat hij altijd graag bij Corus heeft gewerkt en dat ook wil blijven doen, ook als dat betekent dat hij onder de huidige magazijnmeester moet blijven werken. Hij heeft altijd uitstekend kunnen samenwerken met zijn collega’s die na zijn ziekmelding ook hebben gebeld en langs zijn gekomen.

4.15 De kantonrechter overweegt in dat verband het volgende. Dat de arbeidsverhouding tussen partijen niet optimaal is, staat wel vast. Dat die verhouding echter zo verslechterd is dat een vruchtbare samenwerking niet meer te verwachten is en dat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst dus gerechtvaardigd is, kan, mede in aanmerking nemende dat Corus de verstoorde arbeidsverhouding onvoldoende heeft onderbouwd en gelet op de grootte van haar bedrijf waardoor, indien er al sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding op de afdeling logistiek, het mogelijk zou moeten zijn [verweerder], nadat hij weer arbeidsgeschikt is, te plaatsen op een andere werkplek, naar het oordeel van de kantonrechter niet worden aangenomen.

4.16 Al het voorgaande in aanmerking nemende komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek wordt afgewezen. Voor wat betreft het verzoek van [verweerder] om bij afwijzing tevens te bepalen dat Corus voor hem een opleiding betaalt waardoor hij zijn positie zou kunnen verbeteren, merkt de kantonrechter op dat dit in het kader van een ontbindingsprocedure niet mogelijk is.

4.17 Corus zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding gerezen aan de zijde van [verweerder].

5. De beslissing

De kantonrechter:

wijst het verzoek af;

veroordeelt Corus in de kosten van de procedure gerezen aan de zijde van [verweerder] en tot op heden begroot op € 400,00 salaris gemachtigde.

(bron: www.rechtspraak.nl)