De onmiddellijke voorziening in het enquêterecht

Inleiding

Met een schriftelijk verzoek kan degene die daartoe bevoegd is (art. 2:346 BW) een enquêteprocedure starten bij de Ondernemingskamer tegen een rechtspersoon (art. 2:345 BW). Deze procedure heeft twee functies. De ene functie is dat de Ondernemingskamer een onderzoeker kan instellen die onderzoek kan doen naar mogelijk wanbeleid binnen de rechtspersoon. De andere functie is het verzoeken tot voorzieningen. De Ondernemingskamer kan deze voorzieningen al toepassen voor het onderzoek gestart is (2:349a BW). In deze blog zal in gegaan worden op de onmiddellijke voorziening.

De onmiddellijke voorziening

Vereisten

Het vereiste voor de rechter om een onmiddellijke voorziening toe te kennen is dat de voorziening noodzakelijk is gelet op de belangen van de rechtspersoon en degene die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betroken in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek (art. 2:349a lid 2 BW). Ten eerste moet er een gegronde reden zijn om het ingrijpen van de Ondernemingskamer te rechtvaardigen. Daarnaast moet er een spoedeisend element zijn. Als de voorzieningen niet nu hoeven te gebeuren maar ook later kunnen, is het beter om eerst het onderzoek af te wachten om beter te kunnen beoordelen welke voorzieningen er precies mogelijk zijn.

Voorzieningen

Er staat geen limitatieve lijst van voorzieningen in de wet die genomen kunnen worden. Wel blijkt er uit de rechtspraak dat de voorzieningen van tijdelijke aard moeten zijn. Dit betekent echter niet dat de voorzieningen geen onomkeerbare gevolgen mogen hebben. Het verschil tussen tijdelijkheid van aard en onomkeerbaarheid van de gevolgen zit hem in de directheid. Er mag niet permanent een nieuwe bestuurder worden aangesteld, dat zou niet tijdelijk van aard zijn. Er mag wel tijdelijk een nieuwe bestuurder worden aangesteld die beslissingen kan nemen die onomkeerbare gevolgen hebben. Als dat niet zou kunnen, zou het aanstellen van een nieuwe bestuurder nutteloos zijn.

Conclusie

Bij het verzoeken van onmiddellijke voorzieningen is het goed om te letten op of er een gegronde reden is en of die reden een spoedeisend belang heeft. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de verzochte voorzieningen geen permanente gevolgen hebben.