Bouwarbitrage

Arbitrale procedures bij de Raad van Arbitrage voor Bouwgeschillen

Een groot aantal bouwgeschillen wordt opgelost door middel van arbitrage bij de Raad van Arbitrage voor Bouwgeschillen (RvA). Arbitrage is een private vorm van rechtspraak waarbij een onpartijdige arbiter of meerdere arbiters een bindende beslissing neemt/nemen over het geschil. Daarmee is arbitrage een alternatieve methode om geschillen te beslechten naast de traditionele gang naar de civiele rechter. Deze vorm van geschilbeslechting kan, afhankelijk van de zaak en andere omstandigheden, voordelen hebben ten opzichte van de normale rechtspraak. Zo kan het een snellere doorlooptijd hebben en – belangrijker – worden één of meerdere arbiters benoemd met specifieke vakkennis over de (bouwkundige) geschilpunten. Dus niet enkel juridische vakkennis, maar ook bouwkundige vakkennis toegesneden op het specifieke conflict.

In veel aannemingsovereenkomsten is opgenomen dat partijen naar de RvA zullen stappen bij conflicten. Consumenten kunnen echter altijd naar de normale overheidsrechter stappen indien zij daar de voorkeur aan geven boven een arbitrale procedure.

Bij de RvA bestaan verschillende soorten arbitrale procedures, zoals de reguliere bodemprocedure, de opleveringsarbitrage, de spoedarbitrage en de voorlopige voorziening.

Een bodemprocedure ziet op een grondige en volledige behandeling van een zaak, waarin definitieve oordelen kunnen worden geveld. Deze procedure wordt aanhangig gemaakt door indiening van verzoekschrift/memorie van eis. Vervolgens wordt de verwerende partij in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren en eventueel een tegeneis te stellen. Partijen en arbiters zullen de mondelinge behandeling van de zaak combineren met een bezoek op locatie van het geschil, bij welke gelegenheid direct de situatie/gebreken/stand van het werk, indien aan de orde, opgenomen kan worden. De procedure eindigt met een arbitraal vonnis, waarna nog hoger beroep open staat.

Een opleveringsarbitrage is geschikt voor geschillen waarin de (bouw)ondernemer en de opdrachtgever behoefte hebben om binnen een relatief kort termijn helderheid te verkrijgen omtrent een (vermeend) gebrek bij een gerealiseerd bouwwerk. Hierbij geldt dat zulke geschillen pas minstens vanaf drie maanden na de oplevering worden behandeld. Een arbitrageverzoek dat binnen zes maanden na oplevering wordt ingediend, wordt automatisch als urgent beschouwd en vrijwel direct behandeld. Na zes maanden wordt per geval bekeken of het met spoed moet worden behandeld of voortgezet kan worden als een reguliere procedure. Vervolgens zal er een mondelinge behandeling plaatsvinden en een vonnis worden gewezen. In de meeste gevallen draait het om de beantwoording van de vraag of de vastgestelde gebreken adequaat zijn verholpen en of de opschorting van het daaraan gerelateerde geldbedrag al dan niet gerechtvaardigd is.

Een spoedarbitrage is geschikt in gevallen waarin een snelle beslissing noodzakelijk is. Indien een spoedbehandeling door de Raad van Arbitrage voor de Bouw wordt gehonoreerd, dan wordt er zo spoedig mogelijk een datum vastgesteld voor een mondelinge behandeling en wordt er aansluitend een vonnis gewezen.

Bovendien is het mogelijk om in geval van spoed een voorlopige voorziening aan te vragen, indien de uitspraak van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Het gaat hier om gevallen waarin tijdelijke maatregelen moeten worden genomen. De Raad van Arbitrage voor de Bouw doet dan geen definitieve uitspraak over het geschil, maar benoemt maatregelen waaraan gehouden moet worden.